Als je constateerd dat een leerling zich niet volgens het boekje ontwikkeld ga je je als leerkracht zorgen maken. Deze zorgen deel je in eerste instantie met je collega’s maar natuurlijk ook met de ouders. wat merken de ouders zelf thuis en wat zijn hun bevindingen. Een gezond overleg is daarbij erg belangrijk. Ouders zijn al vanaf de geboorte betrokken bij hun kind en weten hoe het kind in elkaar steekt. Natuurlijk zijn niet alle ouders even goe aanspreekbaar en zijn er altijd ouders die alleen het goede in hun kind zien. Jij hebt, vanuit jouw opleiding en ervaringen voor de klas, een rijke ervaring aan gedragsproblemen en leerproblemen, en hebt andere ogen die naar het kind kijken. En toch is het verstandig om de expertise van de ouder niet zomaar in twijfel te trekken. Een aantal ouders is wel degelijk op de hoogte van hoe hun kind in elkaar steekt en hoe het kind wel kan leren en wat het kind nodig heeft om zich veilig te voelen. Luister hier naar. Veel ouders voelen zich aan de kant gezet door de leerkracht terwijl zij juist de ervaing hebben als het kind in ontspannen toestand kan leren. Het gedrag wat een leerling laat zien kan op school en thuis 180 graden anders zijn. Informeer hier altijd naar.
Diagnoses
Als jij vermoedt dat een leerling problemen heeft in de klas omdat het een beelddenker is, omdat het wellicht dyslexie, dyscalculie, ADHD of autisme heeft, hou er dan rekening mee dat een van de ouders wellicht ook een diagnose in deze richting kan hebben. Beelddenkende ouders verschillen niet zoveel van hun kinderen en zijn ook gevoelig. Gevoelig voor wat jij zegt maar ook hoe jij het zegt. Door goed te luisteren naar hoe ouders over hun kind praten ontdek je vaak al heel veel over de ouders zelf en dus ook over jouw leerling. Al die informatie kun je gebruiken om tot een sluitende eindconclusie te komen.
Casus: Karin
Karin heeft een zoon (11 jaar) die vastgelopen is op school. Hij is intelligent genoeg maar heeft een trauma opgelopen door niet passend onderwijs en leerkrachten die hem niet begrepen en niet konden ondersteunen. Hij is op een andere school begonnen en ook daar kreeg zijn moeder een rapport dat vol staat met gedragsproblemen en tegenwerking. De manier waarop dit verslag gebracht werd, zonder gevoel en alleen gericht op wat er fout gaat, deed karin gelijk in opstand komen. Gelukkig heeft zij zich herpakt, heeft niet direct gereageerd op het verslag en heeft er eens rustig over nagedacht. Waarom komt de leerkracht tot deze conclusie. Zij had het idee dat de leerkracht nog steeds niet doorhad dat haar zoon zich nog niet veilig voelt op school omdat hij aan verwachtingen moet voldoen waarvan hij niet weet of hij ze kan voldoen. Alleen het gevoel dat hij het misschien niet kan verlamt hem en laat hem terugvallen in oude gedragspatronen. Na een paar nachten slapen, en advies van Miranda, is zij naar de leerkracht gestapt en heeft uitgelegd waarom zij denkt dat haar zoon dit gedrag , nog steeds laat zien,. De leerkracht is erin meegegaan en is anders naar deze leerling gaan kijken en ontdekte inderdaad dat hij zich nog niet veilig voelde. Zij keek niet naar het gedrag maar naar de oorzaak van het gedrag. Vanaf dat moment voelde deze leerling zich veiliger en kon hij beter laten zien wat hij wel kon. Inmiddels gaat hij met steeds meer plezier naar school en maakt vorderingen in zijn leerprestaties.
Als Karin wel had gereageerd zoals de meeste ouders zouden reageren , in opstand komend tegen het verslag of het verslag gewoon accepteren zoals het er ligt, dan was er voor deze jongen niets verandert. En daar moeten wij voor waken. Waar mogelijk moet je als leerkracht de expertise van de ouder durven in te zetten om uit te vinden waar bepaald gedrag vandaan komt. Pas dan ben je als leerkracht oin staat om deze leerling te helpen om zijn plaatsje in de klas en in zijn eigen leerproces te vinden.
Creativiteit in het onderwijs
De kerntaken van ons basisonderwijs zijn leren rekenen, lezen en schrijven, samen te vatten onder taal. Daarnaast maken we een begin met de wereldoriĆ«ntatie zoals aardrijkskunde, biologie en geschiedenis. Goed voor de algemene ontwikkeling van een kind. Omgaan met andere kinderen, communicatie en samenwerking valt er ook onder. Op de middelbare school wordt die zelfstandigheid en samenwerking verder uitgediept. daar wordt een kind meer aangesproken op zijn executieve vaardigheden. Maar in de kerntaken van het onderwijs heeft het leren leren een ondergeschikte rol. Natuurlijk wordt er geleerd, we leren de kinderen uiteindelijk lezen en rekenen maar hoe ze dat doen daar wordt weinig tot geen aandacht aan besteedt. En toch is dat laatste heel belangrijk, dat is namelijk de creativiteit in het leerproces. Een kind, mens, heeft het nodig om zelf te ontdekken hoe je tot een bepaalde oplossing komt. Natuurlijk leert een kind niet lezen door het een boek te geven. Maar wel door een boek te geven en erbij te vertellen wat letters zijn, hoe ze heten en hoe wij daarmee woorden maken. Dan kan het daarna zelf uitpuzzelen hoe dat lezen in z’n werk gaat. Vooral beelddenkers zouden op deze manier prima in staat zijn om tot lezen te komen. Helaas wordt ervoor gekozen om alle leerprocessen in een strakke mal te gieten die alle leerlingen moeten volgen. Ook als ze niet in die mal passen. daar zou jij, als leerkracht, een mooie rol kunnen spelen. Alle kinderen die niet in de mal van de lesmethode passen kunnen prima op een creatieve manier leren. wij hebben namelijk de vaardigheid creativiteit hard nodig in de maatschappij. Door die vaardigheid niet te ontwikkelen op de basisschool vernietigen wij een potentieel aan oplossingen en innovaties die wij juist zo hard nodig hebben om de toekomst veilig te stellen. Veel beelddenkers bezitten deze vaardigheid namelijk van nature en alles wat je niet gebruikt en niet voedt kan niet groeien. Zorg ervoor dat bij beelddenkers dat stukje creativiteit ook de kans krijgt om zich te ontwikkelen, ook al op de basisschool. Op de basisschool is het voor de grote groep taaldenkers nog te vroeg om op die manier al het lesmateriaal aangeboden te krijgen maar ook zij hebben er zeker baat bij als zij af en toe zelf mogen uitzoeken hoe een rekensom uitgewerkt moet worden. Eigen ontdekking blijven vele malen langer hangen en gaan veel diepen je lange termijn geheugen in.
In het onderzoek van Bob Zadok Blok kwam naar voren dat deze hele poot mist in het basisonderwijs. De buitenste ringen zijn de intelligenties die in elk mens intrinsiek aanwezig zijn. Deze intelligenties zijn niet bij iedereen even sterk, elk mens heeft zijn voorkeur welke intelligentie beter vertegenwoordigd is. Maar als jouw intelligentie op het creatieve vlak ligt, zoals bij veel hoogbegaafde kinderen vaak het geval is, dan kun je daarmee in het onderwijs niet goed genoeg uit de voeten en blijft jouw intelligentie ondervoed. Vandaar dat het zeker zinvol is om te kijken waar je, binnen je bestaande lesmethode, zoveel mogelijk eigen inbreng en creativiteit kan invoeren.
Bewegend leren
Een mooie manier om anders met je lessen om te gaan is om het bewegend leren in te voeren. dat wil niet zeggen dat je alle tafels tijdens een dansje moet inoefenen maar structureel beweegmomenten inlassen in je lesprogramma draagt bij aan een diversiteit van input en breinverwerking. Carin Paap heeft dit in een mooie PDF gegoten en wij maken graag gebruik van haar input. In de PDF worden verschillende manier van bewegend leren besproken en kun je als handleiding gebruiken om je lessen meer bewegend te maken.